Van Jeanet Santes ontvingen we onderstaand krantenknipsel dat zij van haar tante ontving.
Gevonden in een oude doos op zolder, volgens Jeanet daterend "ergens uit de jaren '70". Bron en precieze datum zijn onbekend.
Het is het tweede deel van een reeks artikelen (een miniatuurschets) over "Het bedreigde dorp". Het bevat een weergave van het Schelo-der volkslied:
Achter op Schelo is 't Knollegroen bevroren
Daar heeft Jan Pieks zijn dochter bij verloren
En ons allerkleinste zwientie1 dat vrat al aardappelschillen
Ons allerkleinste kalfje dat staat al aan een paaltje
Ons allerkleinste katje dat vrat al grote muizen
Ons allerkleinste haantje dat kraait al als een grote
Mijn moe die zocht de eieren op de hilde2
Mijn allerkleinste broertje die zit al achter de meisjes aan
Mijn allerkleinste zusje die zuigt nog aan de tiet
In het Drents, elke regel gevolgd door falderalderiere, falderalderare, en dan steeds twee keer.
1=Varkentje
2=Koeienzolder
Transcriptie:
Angst en actie in het dorp 2
Door Sietse van der Hoek
Een westerling wordt nooit een Drent
Het bestemmingsplan ligt al zes jaar in een la. Nòg is het lied niet uit in Schoonloo (falderalderiere). Aflevering twee van de Drentse miniatuurschets: het bedreigde dorp.
Wat er ook van Schoonloo moge worden, zijn naam gaat nooit verloren. Het Schelo-der volkslied zal namelijk altijd een klassiek nummer op elke Drentse bruiloft blijven. ("Schelo" zeggen de Schoonloërs, een kwestie van klemtoon.)
Dat lied gaat zo: "Achter op Schelo is ’t knollegroen bevroren/Daar heeft Jan Pieks zijn dochter bij verloren/En ons allerkleinste zwientie (= varkentje) dat vrat al aardappelschillen/Ons allerkleinste kalfje dat staat al aan een paaltje/Ons allerkleinste katje dat vrat al grote muizen/Ons allerkleinste haantje dat kraait al als een grote/Mijn moe die zocht de eieren op de hilde (= koeienzolder)/Mijn allerkleinste broertje die zit al achter de meisjes aan/Mijn allerkleinste zusje die zuigt nog aan de tiet". (In het Drents, elke regel gevolgd door "falderalderiere, falderalderare", en dan steeds twee keer.)
Hoe ook geanalyseerd, de tekst vindt z'n oorsprong in het agrarische bestaan. De intrede van de moderne techniek in de landbouw betekende het begin van neergang van het kleine dorp Schoonloo. "Tot in de jaren vijftig was nagenoeg iedereen boer hier,” zegt Jan Strijker. "Schoonlog kende geen werknemers. ’s Ochtends kwamen wel zo’n zestig, zeventig man van Schoonoord de weg af om hier en verderop met hun hele gezin te aardappelkrabben op het land. Toen kwam de landbouwmechanisatie op gang, een ruilverkaveling, een aantal boeren saneerde, en ook jongens van Schoonloo moesten op zoek naar ander werk. Anders hadden ze misschien wel in het staatsbos gekund, maar daar zaten de mensen van Schoonoord al. Dus trok een hele generatie weg van Schoonloo. Hoe zal het er over twintig jaar uitzien?”
Jan Strijker, boer en voorzitter van de Commissie Dorpsbelangen wordt bijgevallen door zijn zuster Marike: "Moet je maar eens nagaan hoe groot de koppe! oude mensen is die hier woont. Je zit er wel eens over te prakkezeren. Het zou toch jammer zijn als er niks bijgebouwd wordt en als de school weg zou moeten."
Schoonloo. Naast de kruising van doorgaande wegen naar de vier windstreken: Emmen - Assen en Borger - Westerbork. In de luwte van drie boswachterijen: die van Schoonloo, die van Borger en die van Grolloo. Boswegen; de onvermijdelijke ruiterroutes, bordjes met gekleurde aanduidingen voor een "rondwandeling" in een donker naaldbomenwoud. Een camping, dagkampeerterreinen bij de wateren 't Loomeer en de Ieberenplas. Percelen bouw- en weideland tussen de bospartijen en efficiënte boerderijen. Het buitengebied.
Schoonloo. Woningen in losse ordening langs de Hoofdweg en de Schoolstraat — 270 inwoners. Stil is het hier. Onder de bomen van een piepklein brinkje staat gebouw "De Zevenster". Aan de ene kant gaan daar om kwart voor twee de negen kinderen van de openbare lagere school naar binnen. De andere kant en de zolder zijn het dorpshuis. Verderop leidt de Warmenbossenweg linksaf naar het bungalowpark in de ruimte. Tegen het kruispunt aan, maar in het dorpje, maakt het blauwe ANWB-bordje "Bondscafé" het café-restaurant oerhollands vertrouwd.
Een bushalte en één benzinepomp van een onbekend merk. Wachtend op de recreanten in de zomer: De logeerboerderij "De Loohoeve", door de ANWBS onderscheiden als Bondspaardestal, een leeg ijs- en snoepstalletje en "Fietsen te huur" en de overbuurman die "Klompen te koop v.a. ƒ 12.50" aanbiedt, en op het eind van de Hoofdweg de Manege Knollegruun. Verder aan kleine bedrijvigheid: twee natuurhouthandels, een aardappelsorteerbedrijf. En een zaak voor Droogbloemen annex Potterie. Zo is Schoonloo.
Tot in de laatste oorlog liep de tramlijn Assen-Coevorden door Schoonloo. In de loop van de jaren die volgden verdween ook het tweede café, sloten de twee winkels "waar je alles kon krijgen" hun etalages, staakten de tien venters die twee keer per week Schoonloo deden hun rondes, door de de smederij het vuur en werd een vijftal woningen afgebroken in het kader van de ruilverkaveling. Nu doen een rijdende winkelwagen, een bakker en een groenteboer Schoonloo nog aan.
De totale beroepsbevolking bestaat uit vijftig mensen. Van hen vinden vijfendertig hun bestaan in Schoonloo (22 landbouwers, 3 beheerders, 5 bij Staatsbosbeheer, 5 in de handel/nijverheid), en vijftien buiten Schoonloo (3 fabrieksarbeiders, 2 bouwvakkers, 1 lasser, 1 architect, 1 industrieel, 1 gezinstherapeut, 1 bloemdeskundige, 1 onderwijzer, 1 projectontwikkelaar, 3 vertegenwoordigers). Schoonloo stemt overwegend VVD/Gemeentebelangen en telt een stuk of tien import-gezinnen in verbouwde boerderijtjes of in bungalows aan gene zijde van de Schoolstraat tegen het bos aan.
De verhouding tussen autochtonen en import is goed, zegt iedereen. Laatstgenoemden vertonen zich ook op de vergaderingen of doen mee aan het rijke verenigingsleven. "Echte Drenten worden Westerlingen nooit hè," meent een jonge Schoonloër die eerstdaags in Rolde een woning zal betrekken (omdat er in zijn geboortedorp geen is), "de Nieuwjaarsvisites duren nog wel een week of twee, drie het nieuw jaar in, met wat borreltjes en zo, en daar doen de importmensen niet aan mee."
"Wat is nou eigenlijk import, vraag ik me wel eens af. Ik op mijn beurt zeg: Import zijn die mensen die zich niet bij de dorpsgemeenschap willen aansluiten. Dat ligt 'em niet aan het dorp," vindt Dorpsbelangenvoorzitter Jan Strijker, 54 jaar is hij, verbouwt aardappelen en koren, en fokt met grote hartstocht paarden. Vijf van de dertien jonge beesten draven als dwazen alsof het voorjaar is, in het weidekampje voor zijn boerderij.
Zes jaar geleden werd Strijker voorzitter van Dorpsbelangen. Hij pakt het papier van de oprichtingsvergadering toen en leest voor. Er is niets veranderd: terugloop inwonertal, leefbaarheid in gevaar, hoe wordt het met de school, en de vraag in de richting van het gemeentebestuur van Rolde: Waarom is het bestemmingsplan uitgesteld? Zes jaar later is het bestemmingsplan Schoonloo nog steeds niet vastgesteld, de enige vordering is dat het nu ter goedkeuring ligt bij het provinciale bestuur.